Basiselektriciteit: net- en aardingsystemen

Tijdens deze cursus ga je van start met de beschrijving van systemen. Meer specifiek gaat dit over schematische voorstellingen, de beveiliging tegen elektrische schokken en isolatiefouten. Je leert over het TT-net. Onderdelen hiervan zijn: foutstroom, uitschakelen bij de eerste fout, verticale en horizontale selectiviteit, kenmerken en toepassingsgebied. Vervolgens ontdek je meer over het TN-C-net (o.a. foutstroom, beveiliging en kenmerken en toepassingsgebied) en het TN-S-net (o.a. beveiliging, kenmerken en toepassingsgebied). Dan komt het TN-C-S-net aan bod waarbij je meer ziet over het gebruik, de continuïteit van de beschermingsgeleider en de maximum kabellengte ervan. Dan is er nog het IT-net waarbij je de onderdelen: geïsoleerd nulpunt, foutstroom, beveiliging, kenmerken en het toepassingsgebied behandelt. Meer duidelijkheid hierover is er tijdens de les. Afsluiten doe je met het analyseren van de keuze van het nulleidersysteem.

Door deze leerstof te verwerken weet je aan het einde van de cursus welke spanningsnetten en aardingssystemen je gebruikt in elektrische installaties en op welke manier je deze beveiligt.