15 dec 2021

Een STEM voor de toekomst

Technici, ICT’ers, ingenieurs, onderhoudsmonteurs of wiskundigen… Bedrijven vechten bijna met elkaar om dit soort profielen te kunnen aanwerven, want ze blijven (te) zeldzaam. Waarom kiezen nog altijd zo weinig jongeren voor een technische richting of STEM-opleiding? En wat kunnen we daaraan doen? De industrie wedt alvast op verschillende strategieën.

Een STEM voor de toekomst

Dat de nood aan STEM-profielen vandaag zo hoog is, heeft verschillende verklaringen. Een belangrijke is alvast dat we als maatschappij door een stevige automatiserings- en digitaliseringsgolf gaan. Die zorgt ervoor dat de nood aan wetenschappelijk geschoold personeel stijgt. Het aanbod aan afgestudeerde jongeren volgt echter niet in dezelfde mate. Als we niks doen, zullen er tegen 2030 liefst 500.000 arbeidsplaatsen in ons land niet ingevuld geraken, zo berekende Agoria, de werkgeversorganisatie van de technologiebedrijven.

Ook de overheid heeft begrepen dat er moet ingegrepen worden. Zo zijn er bijvoorbeeld al verschillende STEM-actieplannen gelanceerd, al hebben die nog niet voor de grote doorbraak gezorgd. Het tekort aan STEM-profielen vormt dan ook een complexe uitdaging die op verschillende niveaus speelt, zowel bij overheid en onderwijs als de ouders. Kinderen die goed studeren worden bijvoorbeeld nog te vaak richting ASO gestuurd, omdat het (volstrekt onterechte) idee dat TSO niet geschikt zou zijn voor sterke leerlingen moeilijk uit te roeien valt. TSO zou ook automatisch leiden naar “vuil” werk, nog zo’n cliché. Het zijn het soort jobs waarvan ouders nog wel denken dat ze schering en inslag zijn, maar die eigenlijk zo goed als niet meer bestaan.

Waarom STEM?

De waarheid is eigenlijk net omgekeerd. Er zijn veel meer redenen om net wél voor een STEM-richting te kiezen dan niet. Pakweg de chemie bijvoorbeeld is een van die sectoren waar een enorme vraag is naar arbeidskrachten. De kans dat iemand met een technische of wetenschappelijke opleiding ook in die branche aan de slag kan, is dan ook zéér groot. Bovendien zal je in een boeiende baan terechtkomen, met veel opleidings- en groeimogelijkheden. Je gaat aan de slag in een razendsnel evoluerende sector waar je bijvoorbeeld de digitalisering en de transitie naar duurzaamheid vanop de eerste rij zal meemaken. En last but not least: de lonen in de chemie liggen bovengemiddeld hoog. Ook hier spelen vraag en aanbod.

Dat het gebrek aan arbeidskrachten stilaan nijpend begint te worden voor de technische sectoren toonde een recent rapport van Roland Berger nog eens aan. In ‘Skills roadmap voor de Vlaamse klimaattransitie’ (gemaakt in opdracht van de Vlaamse Overheid, departement Werk & Sociale Economie) legde het consultancybureau de vinger op de wonde. De absolute topprioriteit voor de bedrijven uit de zogenaamde “energie-intensieve” sectoren is te voldoen aan hun structurele aanwervingsbehoeften. Tot 2035 zijn er in de chemie en de petrochemie 17.000 aanwervingen nodig. Dat wordt een huzarenstuk. De leeftijdspyramiden van grote chemiebedrijven laten zien dat er de komende vijf à tien jaar heel veel mensen met pensioen zullen gaan. Alleen al de workforce op peil houden wordt een stevige uitdaging, bijkomende aanwervingen doen zal veel extra creativiteit vragen.

 

Drie strategieën om technische profielen in te vullen

Bedrijven halen dan ook alles uit de kast om hun vacatures ingevuld te krijgen. Bijvoorbeeld door in te zetten op “duaal lesgeven”. Daarbij kunnen werknemers uit de sector zonder veel administratieve rompslomp enkele uren per week voor de klas staan en dat zowel in het middelbaar als hoger onderwijs. De voordelen daarvan zijn legio: nieuwe en gespecialiseerde vakleerkrachten stromen de scholen binnen (een beroepscategorie waar trouwens ook al een gebrek aan is), het gegeven onderwijs wordt zeer praktijkgericht en geïnteresseerde leerlingen krijgen op die manier meteen een blik op de “interne keuken” van de bedrijven. Bedrijven leveren trouwens niet alleen leerkrachten, maar ook al lesmateriaal als 3D-printers, robots en VR-brillen. Zaken die voor veel scholen vaak nog te duur zijn om zelf in groten getale aan te kopen.

Een tweede strategie is gewoonweg de potentiële doelgroep te verbreden. Zo zijn er bijvoorbeeld al heel wat programma’s opgezet om meisjes warm te maken voor een technische job, onder meer door Essencia, de sectorfederatie van de chemische industrie. Ook jongeren met een migratieachtergrond vormen een potentieel zeer interessante vijver om in te vissen, al blijkt het nog vaak lastig om hen te bereiken. Toch doet bijvoorbeeld VDAB hier gerichte inspanningen rond.

En als derde strategie ligt het natuurlijk voor de hand: het imago van techniek en wetenschap verbeteren. Dat doet de sector onder meer met het grootste wetenschapsevent van ons land: de Dag van de Wetenschap, waar ook ACTA enthousiast aan deelneemt. De Dag van de Wetenschap is een initiatief van de Vlaamse overheid, die van deze dag een jaarlijks terugkerend gebeuren maakt. Dit jaar was dat op zondag 28 november.

Het doel is om jongeren op een speelse wijze in contact te brengen met wetenschap en hen zo te motiveren om voor STEM te kiezen. Tijdens de Dag van de Wetenschap mogen bezoekers achter de schermen kijken van verschillende bedrijven, universiteiten, (hoge)scholen, musea en onderzoeksinstellingen. Met demo’s, tentoonstellingen en experimenten tonen de wetenschappers waarmee ze bezig zijn en via workshops en proefjes kan iedereen meedoen. Ook de ACTA-opleidingsplant in Brasschaat (een soort mini chemische fabriek) staat die dag voor het grote publiek open. Op die manier kunnen bijvoorbeeld ouders meteen zien wat een job in de chemie voor hun kinderen zou kunnen betekenen.

Welvaart creëren

Kortom, het duurzaam invullen van de openstaande vacatures voor STEM-profielen is een complex gegeven, met verschillende actoren. Een combinatie van verschillende strategieën en fronten geeft de strijd momentum en het is nu zaak om dat momentum vast te houden en te versnellen. Want alleen zo blijven we ook in de toekomst verder welvaart creëren in ons land.